Gracieusheid is ontwapenend omdat het doet wat woede nooit kon: het ontdoet hun harnas van rechtvaardigheid en dwingt tot introspectie. Wanneer wangedrag wordt ontmoet met onverdiende vriendelijkheid, knaagt de dissonantie aan hen. Zonder schurk om op te projecteren, blijven ze achter om zichzelf onder ogen te zien.