Ik was 20 toen ik voor het eerst naar India kwam met niets anders dan een rusteloos hoofd en een oude Enfield die ik van een vriend in Delhi had gekocht, die me op een stoffige middag leerde rijden. Hij nam mijn geld, vloog terug naar Florida en liet me met één regel achter: raak geen koe aan, en rijd alleen tussen 2 en 6 uur 's ochtends als je de hitte en smog wilt overleven. Op de een of andere manier werd dat een filosofie voor alles wat volgde. Ik doorkruiste het land als een kind in een droom — van Calcutta naar Delhi naar Rishikesh — sliep op de motorfiets wanneer ik moest, achtervolgde chai-stalletjes om wakker te blijven, gooide de motor op treinen wanneer ik het me kon veroorloven. Ik zwom in de Ganges, deed yoga met ouderen die bewogen als water, kocht vinyl in achterafwinkels, werd verliefd op de manier waarop alleen je twintiger jaren dat toelaten, en schreef lange verwarrende e-mails naar mijn moeder vanuit gloeiende internetcafés in dorpen. In Gujarat stopte ik lang genoeg om te helpen met aardbevinghulp, thalis te eten in de huizen van vreemden, en "Kem Cho" en "Majama" te leren. India leerde me niet alleen onafhankelijkheid — het opende me creatief. Het toonde me hoe improvisatie een eigen soort discipline is, hoe verdwalen een vorm van onderwijs is. Ik had nooit gedacht dat ik jaren later zou worden uitgenodigd om samen te werken met artiesten die ik ooit op cafécomputers had bekeken — werken met acteurs zoals SRK, video's maken zoals "Lean On" die miljarden weergaven overschreden, bijna sterven tijdens spirituele zijmissies in Leh en Varanasi, vallen voor Bollywood-schoonheden, en nog steeds geloven dat elke vreemde wending iets betekende. Vijfentwintig jaar later keerde ik terug naar deze wegen, rijdend negen uur per dag over de Himalaya op een veel nieuwere Enfield. En toen — perfect — eindigde ik met optreden op een enorm Enfield-festival in Goa en vierden we daarna in een motorgarage, alsof de tijd zichzelf terugvouwde. Twee decennia hebben India en mij beiden veranderd. Maar elke keer dat ik terugkom, voel ik dezelfde waarheid: groei gebeurt wanneer je je overgeeft aan het onbekende, wanneer de weg je meer leert dan welk klaslokaal dan ook.